‘Heb je eigenlijk ook een schrijfritueel?’
Even laat ik de tekst van het appje op me inwerken. Dan zet ik mijn telefoon uit. Het is drie minuten voor negen, om negen uur begint mijn schrijftijd. Mail uit, telefoon op stil, alleen hoge nood dringt door de door mij opgeworpen barricades heen. Voor me staat mijn beker, tot de rand gevuld met kaneelthee. Mijn lijf is gehuld in mijn favoriete hemelsblauwe fleecevest, dat nog naar wasverzachter ruikt. Als ik schrijf, is het vest altijd schoon. Links van mijn toetsenbord staat mijn Hermelientje van lego, zelf in elkaar gezet, rechts de olieverstuiver die eucalyptus en lavendel de lucht in jaagt. Mijn nieuwe aanwinst uit de boekhandel, Kwantumfysica voor Dummies, ligt binnen handbereik. De timer staat op anderhalf uur, de appel voor in de pauze ligt al klaar. Terwijl de klok op mijn beeldscherm op 8:59 springt, laat ik mijn vingers vast boven het toetsenbord dansen. In het pennenbakje dat pal achter Hermelien staat huist mijn pen, voor eventuele aantekeningen op papier. Drie reservevullingen liggen klaar voor het geval dat. En zeven dropjes. Elke 300 woorden mag ik er een. Ik beweeg mijn vingers, maak ze los, als een atleet. Nog even schuif ik mijn beker een halve centimeter naar links. Klaar voor de start. 9:00. Af.
Om twaalf uur word ik wakker, als uit een droom. Ik save, back-up, en sta dan op voor mijn dagelijkse rondje buitenlucht. Pas ‘s middags, als ik mail en ander sociaal contact afhandel, plopt de app van mijn vriendin weer in mijn hoofd. Een schrijfritueel?
‘Neu, niet echt,’ app ik terug.
‘Dat vind ik een beetje aanstellerig gedoe. Je moet daar niet te moeilijk over doen. Het is toch vooral een kwestie van flink doortypen.’
Auteur: Lara Reims