fbpx

NaNoWriMo: vrijwillige marteling voor schrijvers

Als jij in je vriendenkring schrijvers hebt zitten, weet je misschien dat het in de maand november opeens angstvallig stil kan worden rond hun persoon. Ze willen niet meer afspreken, ze reageren traag op je berichten en als ze iets posten op sociale media gaat het over dat vreemde woord ‘NaNoWriMo’.

Allereerst: het ligt niet aan jou. Ze vinden je nog steeds even lief, ze zijn je niet vergeten en ze proberen ook niet om expres onbeleefd te zijn. Het enige wat er aan de hand is, is dat ze meedoen aan National Novel Writing Month. 

Elk jaar in november dagen duizenden schrijfliefhebbers van over de hele wereld zichzelf uit om 50.000 woorden te schrijven in 30 dagen. Ja, je leest het goed: 50.000 woorden. Dat komt neer op gemiddeld 1.667 woorden per dag. Auteurs die leven van het schrijven schudden zo’n aantal misschien zo dagelijks uit hun mouw, maar voor de meeste mensen die deelnemen aan NaNoWriMo vrees ik dat dat niet het geval is.

Je denkt misschien: waarom zou je meedoen aan zoiets afschuwelijks? Tja, misschien houden wij schrijvers ervan om onszelf te kwellen. Waarom zouden we anders schrijven als hobby hebben gekozen? Er zijn genoeg andere vrijetijdsbestedingen die minder stress opleveren. 😉

Zelf hoorde ik in 2017 voor het eerst over NaNoWriMo. Die kennis kwam op het juiste moment, dus ik besloot om meteen mee te doen. Dit resulteerde in de eerste versie van wat later mijn thrillerdebuut ‘Fatale Keuzes’ zou worden. Het bleek een stevige uitdaging om elke dag die 1.667 woorden te halen, maar ik had tussendoor gelukkig een week vrij van werk, dus ik kon een buffertje aanleggen voor de dagen waarop ik minder tijd had. Ook zette ik mijn wekker expres iets eerder, om voordat ik naar mijn werk moest alvast iets geschreven te hebben. Als ik ’s avonds weer thuiskwam, ging ik direct door met typen tot ik mijn doel had bereikt. Het was zwaar, maar het gaf ook voldoening. Ik was 4 dagen voor de deadline klaar.

In 2019 deed ik opnieuw mee, maar ik liep vanaf dag 1 al achter. Uiteindelijk lukte het me pas op de allerlaatste dag van de maand om alsnog die 50.000 woorden te halen. Wat een verschrikking. Ik moest echt even bijkomen, waardoor ik daarna in december slechts 5.000 woorden schreef. Toch werd dit novemberproject uiteindelijk mijn tweede boek ‘Geheugenspel’.

Door mijn ervaringen van vorig jaar zag ik er dit jaar eerlijk gezegd nogal tegenop. Ik was bang dat het er weer net zo aan toe zou gaan als in 2019, dat elke dag een grootse strijd zou worden en dat ik constant tegen achterstanden zou aankijken. Gelukkig is niets minder waar. Mede dankzij de aanmoedigingen van mede-NaNo’ers loop ik op het moment van schrijven een aantal dagen voor op schema (- ik hoop vandaag de 40.000 woorden te passeren). 1 november was dit jaar op een zondag, waardoor ik op dag 1 al iets meer kon schrijven dan strikt gezien nodig was. Die voorsprong heb ik in de daaropvolgende weekenden verder uitgebouwd.

Nog steeds moet ik er echt voor gaan zitten. Het is niet zo dat ik die 1.667 woorden elke dag moeiteloos haal. Er waren dagen dat ik pas tegen 22.00 uur mijn laptop dichtklapte. (Ik ben geen avondmens, normaal ga ik rond die tijd naar bed om nog even te lezen.)

Maar als het zo verschrikkelijk is, waarom blijf ik dan meedoen? Het klinkt misschien gek, maar soms heb je gewoon een stok achter de deur nodig om je vooruit te helpen. November is voor mij die ene maand per jaar waarin ik van schrijven echt een prioriteit maak. Waarin ik mezelf tot het uiterste dwing en in grote sprongen vooruitga met mijn verhaal.

Dat zou ik elke willekeurige maand van het jaar kunnen doen, maar in november weet ik zeker dat er duizenden gelijkgestemden zijn die het net zo zwaar hebben als ik. Gedeelde smart is halve smart, toch?

Dus wat denk je ervan: doe jij volgend jaar november ook mee?

Auteur: Nina Verheij