fbpx

Weet je dat de lente komt?

Anne van Meij

Een jaar geleden werd dat liedje hier grijsgedraaid. We zaten net een paar weken in de lockdown, deden enthousiast de knutselwerkjes die we via een speciale app lieten zien aan de juf, terwijl op de achtergrond Elly en Rikkert zongen over een klein ezeltje, een steen voor een graf, en een lente die weer kwam. Net als dat we hoopte dat het normale leven dat we kenden van voor de lockdown weer terug zou komen.

Weer.

De schrijvers onder ons weten hoe lastig het woordje ‘weer’ is, en waar je vooral in het begin van je schrijfcarrière op wordt gewezen als een van de vulwoordjes waar je wel zonder kan. Negen van de tien keer past het ook helemaal niet in de context. Neem bijvoorbeeld de zin ‘ik pakte het boek op en legde het weer neer’. Dat klinkt logisch omdat je het boek weer op z’n plek legt waar het al eerder lag, maar als je het boek niet eerder ook hebt neergelegd slaat dat woordje ‘weer’ in deze zin nergens op. Het suggereert immers dat het de handeling van het neerleggen is die je nog een keer doet. Jaja, taal is net zo ingewikkeld als het leven zelf. En tegelijkertijd ook weer heel logisch.

De lente die weer komt, en toch niet.

Toen wij net in ons nieuwe huis woonden, wilde ik een tuin vol bloemen en groen. Er kwam een magnolia, een seringen en zelfs een vlinderstruik. We begonnen klein met van die lullige struikjes die je bij het tuincentrum over het hoofd ziet, maar op onze bescheiden dertien-in-dozijn-woonwijk-plaats eigenlijk heel goed tot hun recht kwamen. Ook haalde ik er een jaar later een witte en een blauweregen bij.

Iedere lente kijk ik weer uit naar de bloei. Hoeveel bloemen zouden er deze keer in de magnolia opbloeien? Zal er weer een trosje meer in de seringen hangen of is het weer voornamelijk blad? En heb ik eindelijk net zoveel blauweregen als mijn schoonouders?

Ieder jaar is het weer anders. De seringen is nog groter dan vorig jaar, en in plaats van vijf, zitten er dit jaar wel een stuk of zeven bloemen aan de magnolia. Het is een teken dat de lente komt, net als ieder jaar en toch is het niet hetzelfde. Het is niet ‘weer’ of nog ‘een keer’, het is anders en toch herkenbaar.

Terug naar Pasen

Want dat is het thema van deze enigszins chaotische blog. Pasen moest dit jaar weer gevierd worden onder lockdown toestanden. Net als de verjaardag van mijn vader die vorig jaar als eerste van de familie een lockdown-verjaardag (en dus geen verjaardag) had. Maar, zeiden we, volgend jaar doen we het weer als al die voorgaande jaren.

Weer.

Daar is dat woordje weer. Inderdaad, het werd weer Pasen. En ook de verjaardag van mijn vader kwam weer voorbij. Toch was het anders dan alle jaren ervoor. Die één-bezoeker-per-dag-regel werd keurig gehanteerd, met dank aan het ziekenhuispersoneel, we aten afzonderlijk in onze eigen bubbel een taartje en zongen door de telefoon ‘Lang zal hij leven’ en ‘fijne Pasen’. Er was alleen iets nieuws bijgekomen: de bewuste realisatie dat niets, zelfs het succesmoment van de dag ervoor, vanzelfsprekend is. Dat niet alles ‘weer’ terugkomt. Er is altijd een tijd voor en een tijd na, maar het is nooit hetzelfde. Alles gaat voorbij. Mijn magnolia is over een paar weken weer uitgebloeid, de seringentrosjes zullen tot halverwege juli geuren en wat betreft die blauweregen is het nog maar afwachten, want daar gebeurt tot nu toe niets.

Net als Pasen.

Dit jaar snapte ik voor het eerst de gedachte achter Pasen. Met name het onderdeel ‘stille zaterdag’ dat voor mijn gevoel wel heel lang duurt. We zijn naarstig op zoek naar lichtpuntjes, die hoe dan ook gaan komen, maar zullen we ze wel herkennen? Of zal het anders zijn dan wat we gewend zijn?

Het wordt weer lente, dat weet ik zeker, maar ieder jaar weer in een andere vorm. Wat geweest is, heb je gehad en dat is goed. De magnoliabloem die vorig jaar zo mooi bloeide, bloeit dit jaar niet, maar wordt doorgegeven in de bloem die nu op het punt staat op te bloeien. De seringen haalt zijn kracht uit voorgaande jaren en omdat de vlinderstruik vorig jaar de ruimte had, komt die dit jaar groter terug.

Dus ja, het is Pasen en dat vieren wij. De vrolijkheid is dit jaar echter geen uitgebreide lunch en chocolade eieren. Ikzelf blijf nog even op het randje van stille zaterdag zitten. Ik snap het concept, maar toch hoop ik dat de blauweregen ook dit jaar weer gaat bloeien, net als vorig jaar.