fbpx

Hoe ik helemaal per ongeluk begon te schrijven

Door Kaat de Kock

Photo by Leah Kelley from Pexels

Als jonge tieners verslonden mijn zus en ik romannetjes van de Boeketreeks. Je weet wel, van de liefdesromannetjes die je voor weinig geld kon kopen in de krantenwinkel en voor géén geld op de rommelmarkt. Waarom we die zo graag lazen? Geen idee. Ik denk dat het een combinatie was van hoe weinig moeite je moest doen en de (achteraf gezien totaal onrealistische) grafische seksscènes, iets wat ik in de jeugdboeken in de bib uiteraard niet terugvonden, en feelgoodromans, die bestonden toen nog niet (ja, zo oud ben ik intussen).

‘Weet je wat, zo’n romannetje schrijven, dat kan ik ook’, zei ik op een dag, toen ik een jaar of twintig was, tegen mijn zus.

‘Yeah right, bewijs het’, zei ze smalend.

Veertien dagen later legde ik een berg papier voor haar neer, volgetypt op mijn elektrische typmachine (ja, zo oud dus). Nog een paar dagen later moest ze toegeven dat ik gelijk had. Ik had een volwaardige liefdesroman geschreven.

En verbijsterend genoeg was daarmee de kous af. Ik had een leuk trucje gedaan, maar besefte niet dat het best een skill was, om zoiets te kunnen schrijven en dan nog in korte tijd. Want het was ‘maar’ een goedkoop romannetje.

Échte schrijvers

Je moet weten, ik studeerde Germaanse Taal- en Letterkunde, een logische keuze gezien mijn liefde voor lezen en schrijven, maar ook een richting waarin je je al snel geïntimideerd voelt. Je moest ten slotte de júíste schrijvers lezen of je was oppervlakkig. Sommige studiegenoten schreven ingewikkelde essays of hadden hun eerste uitgeefcontract al binnen. Ik hield ook enorm van de klassiekers, was enorme fan van Louis Paul Boon, genoot van de lessen en het lezen en analyseren van dikke turven, maar toch… af en toe wil je op pakweg het strand of op een druilerige zomerdag eens iets leuks en luchtigs lezen, toch?

En zo ontdekte ik Marian Keyes, Wendy Holden, Jenny Colgan. Heerlijke feelgoodschrijfsters die me een paar uur lang alles om me heen konden doen vergeten en boeken die ik echt niet weggelegd kreeg. Een gave waarop ik bijzonder jaloers was, want wat is er beter dan andere mensen blij maken?

Ja, er zit wél een boek in me

Als je me dus tien jaar geleden had gevraagd of er een boek in me zat, had ik heel overtuigd nee gezegd. Mijn ex-studiegenoten brachten nog steeds prachtig literair werk af, maar dat kon ik niet. Ik kon schrijven, zeker, maar ik had geen groots, belangrijk verhaal dat verteld moest worden. Boeken schrijven, dat was voor andere mensen, slimmere mensen. En zouden mensen niet op me neerkijken als ik feelgood schreef?

Ik ben nog altijd zo blij dat ik op een dag bijna gedwongen werd om te schrijven. Uit verveling. Omdat ik tijdens de tekenles van m’n dochter lang moest zitten wachten met alleen m’n laptop bij me. Op een dag ben ik beginnen typen en ben ik nooit meer gestopt. En nu ik merk hoe mijn boeken veel mensen blij maken, hoe ik er zelf van geniet, hoe jongeren me mailen om te zeggen dat ze niet graag lezen, maar wel van mijn boeken genieten, dan kan ik mezelf wel voor het hoofd slaan omdat ik me zolang heb laten tegenhouden door… Nou ja, eigenlijk gewoon door mezelf en m’n onzekerheden. Want natuurlijk kijkt er niemand op me neer. Mensen bewonderen alleen maar het feit dat ik het gewoon doe. Want geen énkel genre is ‘makkelijk’. Integendeel.

En als iemand een foto post op Instagram, van mijn boek met een cocktail in de zon, dan voel ik éven een beetje Jenny Colgan. Want ik heb iemand blij gemaakt.