fbpx

Waarom ik de grootmeester van de horror tot in de dood zou volgen

door Sophia Drenth

Fan van iemand zijn, ik vind dat altijd een beetje awkward. Tegelijkertijd is het leuk om te staan blozen als een tiener wanneer je het geluk heb om degene te ontmoeten die je bewondert. Aan de andere kant is er altijd het risico dat zo’n ontmoeting enorm tegenvalt, waardoor er nóg meer druk op zo’n moment komt te liggen. Ik herhaal: awkward!

Jaren geleden pakten de grote uitgevers nog wel eens uit. Dan werd een beroemde schrijver overgevlogen als special guest op Elfia (Europa’s grootste kostuumevenement). Meestal was er dan ook een dag gereserveerd voor het afnemen van interviews. Die interviews vonden plaats in een gerenommeerd hotel aan de Herengracht in Amsterdam. Poepiechic allemaal.

Omdat ik jarenlang actief ben geweest voor Holland SF (tegenwoordig HSF, het tijdschrift van het NCSF), heb ik daardoor een paar van mijn favoriete schrijvers kunnen interviewen. Met uitpuilende fietstassen vol boeken om te laten signeren en knikkende knieën langs de grachten fietsen, het blijven bijzondere herinneringen.

De meester

Eén schrijver is mij in het bijzonder bijgebleven. Ik was ruime tijd fan van zijn werk, maar dat hem ontmoeten zo’n grote impact op me zou hebben, had ik niet durven dromen.

Clive Barker is zonder twijfel de grootmeester van de horror. Hij schrijft niet alleen macabere verhalen (The books of blood bijvoorbeeld), maar heeft zijn eigen creaties ook op het witte doek tot leven gewekt (zoals Hellraiser, Nightbreed en Candyman). Daarnaast is hij kunstschilder. Zijn schilderijen vormen dé leidraad voor zijn boekenserie Abarat.

De interviews vonden plaats in de bibliotheek van het hotel. Tja, waar zet je een schrijver anders neer dan tussen de boeken?

Mijn knieën knikten nog steeds bij het betreden van de bibliotheek, maar Clive Barker bleek de aardigste man die ik ooit heb mogen ontmoeten. 

Tot dat moment begreep ik nooit zo goed hoe het mogelijk is dat mensen volledig in de ban kunnen raken van iemand en dat ze bereid zijn om bijvoorbeeld een sekteleider tot in de dood te volgen. Beetje vreemde vergelijking misschien, maar Clive Barker zorgde ervoor dat ik me bijzonder voelde. Het gevoel van ‘wie ben ik nu helemaal dat ik deze beroemde schrijver mag interviewen als vertegenwoordiger dan een of ander obscuur Nederlands tijdschriftje’, verdween zodra ik tegenover hem zat. Zelfs het testen van de opnameapparatuur had zijn onverdeelde aandacht. Die man straalt warmte en interesse uit.

Wat volgde was een bijzonder prettig gesprek, waarin ik ook vanuit de invalshoek van een schrijver mijn ei kwijt kon. Het voelde helemaal niet raar om tegen hem te zeggen dat ik ook schreef. Daardoor kon ik diepgaand ingaan op wat het betekent om schrijver te zijn en hoe het voelt om de levens van anderen te raken, terwijl voor de schrijver zelf het creëren van het boek al lange tijd achter hem ligt. 

Voor eeuwig fan

Als Clive Barker een sekte zou beginnen zou ik vooraan staan en als hij zou zeggen dat ik moest springen, dan zou ik springen. Gelukkig gebeuren zulk soort dingen (en nog vele malen erger dan dat) alleen in zijn boeken. En ook al ben ik nog steeds helemaal hoteldebotel van die man (naar het schijnt begin ik nog steeds spontaan te blozen wanneer ik het over Clive Barker heb) hem tot in de dood volgen lijkt me ietwat overdreven. Ik heb meer te doen dan mijn leven geven voor Mr Charisma. Aan de andere kant … zeg nooit nooit

Het lijkt me hoe dan ook verstandig wanneer ik mijn adem niet inhoud om te zien of Mr Barker mij ooit gaat ronselen als voorvechter van zijn sekte. Ondertussen sta ik, vele jaren na deze memorabele ontmoeting, zelf op Elfia boekpresentaties te geven en boeken te signeren. Het moet niet gekker worden.

Hebben jullie wel eens een van je helden mogen ontmoeten? Was het een leuke ontmoeting of viel die tegen?