fbpx

Weg van je vertrouwde bureau

door Ina de Man

Photo by Charlotte May from Pexels

Ook al schrijf ik al mijn hele leven – nu ja, sinds de lagere school – , heb ik me pas ergens rond 2014 toegelegd op het echte schrijfwerk. Hoewel ik de proto-versie van mijn eerste jeugdboek Ravenburcht zo’n dertig jaar geleden begonnen ben op vakantie in Frankrijk, schreef ik toch vooral thuis. Aan mijn bureau. In deze tijden van automatisering lijkt dat ook de meest logische plaats maar gewoonlijk werkt zo’n bureau of kantoor niet echt inspirerend.

De eerste keer

De eerste keer dat ik merkte dat schrijven op een andere plaats dan thuis inspirerend kan zijn, was toen ik voor mijn werk een week in San Francisco was. In het zakendistrict val je echt over de koffiehuisjes, merken als Starbucks, Cosco, Craftsman and Wolves, Philz Coffee, Illy en anderen staan zij aan zij. Al op de eerste dag merkte ik dat velen ervan bevolkt werden door mensen die daar gewoon met hun laptop aan het werk waren. Het geroezemoes van de gesprekken en de geluiden van de straat leken hen niet te storen, dus op een avond nam ik mijn laptop en trok naar John’s Grill, een gezellig eethuisje waar naar verluid Dashiell Hammett zijn Maltese Falcon schreef. Na een heerlijke seafood maaltijd, zette ik mijn laptop op tafel en probeerde of de muze zou komen. Ik moest even wachten op de klik, maar eenmaal ik een verhaal bedacht had en begon te schrijven, viel het me op hoe snel de ideeën in mijn hoofd zich opvolgden. Voor ik het wist stond mijn kortverhaal op papier en ik merkte dat ik er niet zoveel moeite voor moest doen dan anders.

In 2014 deed ik voor het eerst mee aan NaNoWriMo, een wereldwijd initiatief om tijdens de maand november zo’n 50.000 woorden van je (eerste) boek te schrijven. Er waren schrijfmeets in Antwerpen en op een keer ben ik ook effectief naar zo’n gezamenlijke schrijfnamiddag geweest. Het was een positieve ervaring, er werd wel wat minder geschreven maar je kon je ideeën toetsen aan je mede-auteurs, brainstormen over een bepaald stuk waarmee je worstelde of gewoon elkaar motiveren om verder te doen. En aan die eerste schrijfmeets heb ik twee goede schrijfvriendinnen overgehouden. Corona en deadlines heeft ons al een tijdje niet meer samengebracht, maar het staat op mijn to-do lijstje zodra alles weer een beetje normaal wordt.

We besloten om na NaNoWriMo gewoon samen te blijven komen om te schrijven. Toegegeven, door drukke werkzaamheden en een belabberd voorjaar was onze eerste sessie pas ergens in mei maar ze ging door in een boekencafé in Deurne bij Antwerpen. Later volgden nog een Iers café waar het overvol was waardoor we moesten uitwijken naar een rustige taverne op de Grote Markt in Mechelen maar we schreven ook op mijn terras en op andere leuke plaatsen.

Creatieve omgeving

Ik merkte dat het soms goed is om je ouwe vertrouwde stek achter je te laten en even met je manuscript in een andere omgeving te vertoeven. Bij mij werkt de natuur en het geluid van vogeltjes enorm motiverend en om één of andere reden komt de creativiteit sneller als ik buiten in mijn tuin zit dan wanneer ik gewoon in mijn efficiënte, maar saaie bureau zit. Ik heb er niet echt een verklaring voor. Misschien komt het omdat je tussen andere mensen meer moeite moet doen om je te concentreren op je verhaal zodat je mentaal een soort cocoon vormt? Hoe dan ook, zodra de dagen warm worden en het droog blijft, kan je mij met mijn laptop op het terras of in de tuin vinden. Dat zijn mijn productiefste momenten.

Dit jaar willen de temperaturen nog niet echt mee en dat is jammer want ik wil zo graag buiten schrijven. Ik heb het geprobeerd met een dikke jas aan, maar dat lukt niet echt. Daarom heb ik alvast een tafeltje tegen het raam geschoven. Ik zie mijn tuin en ik hoor de vogels daar en hoewel het maar een surrogaat is voor het buitenschrijven, helpt het toch een beetje. Gisteren schreef ik op die manier toch een slordige 3.500 woorden, wat niet mis is als je nagaat dat ik af en toe nog wat research tussendoor doe.

De ultieme plaats

Ik heb nog één grote droom en dat is een schrijfhuisje in de tuin. Ik zag ooit een reportage in een damesblad over een auteur die het tuinhuisje helemaal had omgetoverd tot een schrijfhuisje. Als het koud was, kon ze een kacheltje aansteken en bij mooi weer klapte ze de voorwand open en schreef ze in open lucht. De muren waren geschilderd in zachte pasteltinten en overal hingen leuke dingen. Zo’n schrijfhuisje wil ik ook ooit. Ver genoeg van het huis om niet gestoord te worden, maar dichtbij genoeg om nog een werkend WiFi signaal te hebben. Met een klein overdekt terras zodat ik kan blijven doorschrijven als het regent (en dat wil het in dit land nog wel es doen in de zomer). Ik wil één wand in kurk zodat ik er inspirerende foto’s op kan prikken, of research materiaal voor het boek waar ik op dat moment aan werk. En uiteraard een koffiezetapparaat want schrijven zonder koffie gaat niet lukken vrees ik.

Hoe dan ook, zodra heel die corona-miserie een beetje achter de rug is zal ik naast schrijven in de tuin ook weer proberen enkele leuke plekjes op te zoeken, ik denk daarbij aan picknicktafels in het groen. Misschien moet jij dat ook eens doen als je vast komt te zitten met je verhaal?

Koffiehuisjes in San Francisco